SBM Offshore is een bedrijf dat wereldwijd onder meer drijvende platformen verkoopt en verhuurt, waarmee olie en gas op zee wordt gewonnen, geraffineerd en opgeslagen. Zogeheten Floating Production, Storage and Offloading units (FPSO’s). Het  beursgenoteerde miljardenbedrijf is gevestigd in Schiedam en boekte in 2013 een omzet van 4,2 miljard euro en een winst van 82 miljoen euro. Het bedrijf heeft kantoren op alle continenten, telt zo’n 9.000 medewerkers en rekent bedrijven als Modec, Saipem en Technip tot z’n concurrenten.

Voormalig hoofdkantoor SBM Offshore in Monaco
Voormalig hoofdkantoor SBM Offshore in Monaco

SBM Offshore, dat zich graag profileert als “Hollands Glorie in verre oorden”, opereert in veel landen die lager scoren dan Nederland in de Corruption Perceptions Index van Transparency International. Typisch markten die André Camargo, professor aan de Braziliaanse Insper business school, bedoelde met zijn uitspraak “There are markets where it is humanly impossible to play by the book“. Daarbij moeten we evenwel niet vergeten dat westerse bedrijven die daar graag zakendoen, daarbij zeer professioneel worden geholpen door bekende westerse banken en advocaten- en accountantskantoren. Zij faciliteren de betalingen van steekpenningen, richten brievenbusmaatschappijen op in belastingparadijzen en kennen de weg in belastingverdragen, om maar enkele nuttige expertises te noemen. 

Onderzoek naar vermoedens van omkoping

In 2012 startte compliance officer Sietze Hepkema, voormalig partner bij advocatenkantoor Allen & Overy, een onderzoek naar mogelijke omkooppraktijken in Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen; Angola, Equatoriaal Guinee en Brazilië om precies te zijn. Daarbij raakte ook Jonathan Taylor betrokken, de jurist van de verkoopdivisie in Monaco. Voornaamste zaak die hij tegen kwam, was de omkoping van Gabriel Obiang, tweede zoon van de president van de Equatoriaal Guinea. Die zou 7,35 miljoen dollar hebben ontvangen via een bedrijf op de Britse Maagdeneilanden. Vier andere hooggeplaatsten in het West-Afrikaanse land kregen gezamenlijk 1,25 miljoen dollar. SBM’s voormalige CEO (2008 tot 2011) Tony Mace, zou hebben geweten van deze praktijk.

Taylor kreeg het aan de stok met Hepkema, die hij ervan betichtte het onderzoek zo beperkt mogelijk te willen houden en zo min mogelijk informatie naar buiten te brengen, bijvoorbeeld naar de aandeelhouders. Hij besloot zijn verhaal aan de grote klok te hangen en plaatste gevoelige documenten op de Engelstalige Wikipediapagina van SBM Offshore. Tussen 2005 en 2011 zouden forse bedragen zijn betaald aan functionarissen in Angola, Equatoriaal Guinea, Brazilië, Maleisië, Irak, Kazachstan en Italië. De Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht zouden hiervan op de hoogte zijn geweest. Taylor eiste 3 miljoen euro van zijn oud-werkgever (als ontslagvergoeding) en werd voor de rechter gedaagd.

Melding en aangifte bij OM

Van het interne onderzoek maakte SBM Offshore in april 2012 melding bij het OM, dat een eigen onderzoek startte. Toen het interne onderzoek begin 2014 was afgerond, deed het bedrijf aangifte. In november van datzelfde jaar accepteerde SBM Offshore een transactie van het OM – de grootste uit de geschiedenis – voor een bedrag van 240 miljoen dollar: 40 miljoen als boete en 200 miljoen dollar als ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Klokkenluider Taylor, die zelf ook informatie had aangeleverd aan het OM, kon zijn ogen niet geloven toen hij het nieuws las. Als motivatie voor het transactie-aanbod noemde het OM dat:

  • SBM Offshore de kwestie zelf aanhangig had gemaakt en volledige medewerking had verleend
  • er sinds 2012 een nieuwe bezetting is van de Raad van Bestuur
  • deze nieuwe raad aanzienlijke maatregelen heeft genomen tot verbetering van de complice binnen het bedrijf
  • de huidige RvB en RvC het falen van controlemechanismen in het verleden betreuren.

Wat die controlemechanismen inhielden en wie ze dan moesten hanteren kun je je in gemoede afvragen. Het OM noemt slechts drie red flags, die de duurbetaalde medewerkers en accountants hebben gemist:

  • de hoogte (in absolute termen) van de commissies die zijn betaald aan de handelsagent en zijn bedrijven
  • een splitsing in de betaling van commissies aan de handelsagent tussen zijn Braziliaanse en offshore entiteiten
  • documenten die aangaven dat de handelsagent over vertrouwelijke informatie van een Braziliaanse opdrachtgever beschikte.

Tot verbazing van diverse deskundigen zag justitie in Amerika af van verdere vervolging van SBM Offshore op grond van de FCPA. Mogelijk achtte het DoJ de zaak minder groot dan aanvankelijk gedacht of verzekerden de Nederlandse autoriteiten haar grote broer dat ze het bedrijf na de schikking extra goed in de gaten zouden houden.

Niet de enige in Brazilië

De Braziliaanse justitie verdenkt niet alleen SBM Offshore van het betalen van steekpenningen aan Petrobas. Tussen 2004 en 2008 hebben meerdere opdrachtnemers in totaal voor ongeveer 722 miljoen euro aan smeergeld betaald, blijkt uit onderzoek van de federale politie. Het Braziliaanse staatsoliebedrijf vormde en vormt een uiterst belangrijke klant voor SBM Offshore. Tussen 2005 en 2011 sleepte het bedrijf er voor 26,7 miljard dollar aan orders binnen. Dat was 34% van de opdrachten voor olieplatformen van Petrobras.

Concurrenten waren verbijsterd over het gemak waarmee SBM Offshore aanbestedingen won. De Braziliaanse vertegenwoordiger Julio Faerman zou daarbij steekpenningen hebben betaald, zo bekende voormalig topman Pedro Barusco aan de Braziliaans autoriteiten. De Amerikaanse concurrent Sofec uit Houston zou zich uit aanbestedingen hebben teruggetrokken vanwege de vooringenomenheid bij de gesprekken met de Brazilianen.

Nadat Hepkema het onderzoek had overgenomen van het vertrokken hoofd juridische zaken Jay Printz en Taylor, volgde hij de lijn van bestuursvoorzitter Bruno Chabas. Hoewel alles wees op decennialange omkooppraktijken, besloot Chabas na overleg met juridische adviseurs om er geen al te grote zaak van te maken, dit tegen de wens van enkele commissarissen in. In Vrij Nederland viel te lezen dat de Franse commissaris Thomas Ehret zijn Engelse collega Francis Gugen bijviel en benadrukte “dat de corruptie diep gaat en wijdverbreid, systematisch, en endemisch is. Waar het op neerkomt, is: heeft dit bedrijf nog een verdienmodel naast het omkopen van mensen? Dit is volgens mij koersgevoelige informatie.”

Onderzoek Petrobras duurde voort

Door de affaire zou SBM op zwarte lijsten terecht kunnen komen, zodat het bedrijf wordt uitgesloten van projecten, niet alleen door Petrobras maar ook bij projecten van het IMF en de Wereldbank. Het onderzoek naar corruptie bij Petrobras werd nog niet afgerond. Het leek zich als een olievlek steeds verder uit te breiden. Maar terwijl het interne onderzoek gaande was, bleef SBM Offshore goede zaken doen in Brazilië; in 2013 werden twee orders verkregen met een waarde van 3 miljard dollar. 

"Frade FPSO" (uit Nassau) van SBM Monaco voor Petrobras
FPSO “Frade” (uit Nassau) van SBM Monaco voor Petrobras

Begin 2014 werd Hepkema ontboden bij Petrobras, nadat ook daar kennis was genomen van de documenten op Wikipedia. In april bracht SBM Offshore na 2 jaar de conclusies van haar interne onderzoek naar buiten en lardeerde dat met een weinig zeggend persbericht. Ook op de kort daarop volgende aandeelhoudersvergadering hield CEO Chabas eigenlijk de kaken op elkaar. 

Kort na de schikking melde de huidige president-directeur van Petrobras dat SBM Offshore uitgesloten bleef van aanbestedingen, vanwege een overweldigende hoeveelheid bewijs over onoorbare praktijken. Behalve voormalig topman Barusco, zou ook zijn collega hebben verklaard geld te hebben aangenomen. Voor z’n 22 miljoen dollar kocht hij een minister, gouverneurs en parlementsleden om. In september 2015 werd de uitsluiting opgeheven, waarna een maand later het nieuws over een mogelijke schikking met Petrobras voor zo’n 230 miljoen euro naar buiten kwam. 

Zijn Taylor en Hepkema nu weer vrienden?

Eveneens in oktober 2015 begon de rechtszaak die SBM Offshore aanspande tegen afperser Taylor. Het bedrijf eiste rectificatie, een schadevergoeding van 500.000 euro en de oud-werknemer zou op last van een dwangsom nooit meer over SBM Offshore mogen praten.
En Hepkema? Tsja, Hepkema, die werd op de eerder aangehaalde ava bijna unaniem verkozen tot commissaris. De terugtredende president-commissaris, Heinz Rothermund, zwaaide hem veel lof toe, onder meer voor het oplossen van een deel van de Braziliaanse problemen.    

Gelukkig is er altijd nog de accountant

Bij SBM Offshore controleerde KPMG de boeken, net als bij branchegenoot Ballast Nedam, en bleek dezelfde Jack van Rooijen – ex-partner en voormalig president-commissaris – tussen 2006 en 2011 zijn goedkeuring te hebben verleend aan de jaarcijfers van SBM. Onduidelijk is waarom Van Rooijen juist geen handtekening meer zette onder de jaarrekening van 2011.

bron: Quotenet (Henk Willem Smits, Stefan Vermeulen), Volkskrant (Gerard Reijn, Jurriaan Nolles), Vrij Nederland (Harm Ede Botje, James Exelby, Eduard Padberg), FD (Gijs den Brinker), NRC (Anne Dohmen, Teri van der Heijden), Financial Times (Samantha Pearson), Follow The Money (Robert Kosters)