Verdachten opgepakt voor nephandel in obligaties
Eind januari 2014 werden drie ‘beleggingsadviseurs’ uit één gezin opgepakt op verdenking van piramidefraude. Hans Jacobs, zijn echtgenote Johanna B. en Michael Jacobs zouden 43 miljoen euro hebben opgehaald bij zo’n 400 beleggers, aan wie – kort na de inval van de kredietcrisis – lucratieve rendementen werden voorgehouden. Ze worden verdacht van oplichting, beleggingsfraude, verduistering, valsheid in geschrift en het witwassen van geld. Bij doorzoekingen van de woningen en van bedrijfspanden in Amersfoort, Baarn, Amsterdam en Amstelveen, nam de FIOD voor miljoenen in beslag.
De adviseurs boden obligaties aan via diverse bedrijven, zoals Hypothecaire Vastgoed Obligaties, Duitse Investerings Maatschappij Holland (DIM Holland), Weststaete, Weststaete Property Fund, DPF Vastgoed, DPF Vastgoed Flexfonds en Borghaege. Op deze obligaties – waarmee in Duits vastgoed zou worden geïnvesteerd – kregen de beleggers rente vergoed. Deze rente werd evenwel betaald met de inleg van nieuwe beleggers, een typisch kenmerk van een ponzischeme oftewel piramidefraude. Slechts een klein deel van de inleg zou gebruikt zijn voor de daadwerkelijke aankoop van onroerend goed. Het overgrote deel van het geld is naar alle waarschijnlijkheid besteed aan het soort zaken dat de FIOD in beslag nam: twee Mercedessen, een Jaguar, een Porsche, meerdere dure horloges en een huis. Ook zijn ongeveer zeventig bankrekeningen bevroren. Vastgoedadvocaat Dion Bartels waarschuwde jaren geleden al voor deze beleggingsfondsen en zette de familie op een zwarte lijst van de Vereniging Vastgoed Participanten. De stichting Regtvast, die opkomt voor de belangen van de gedupeerden, betreurde het late ingrijpen van het OM, waardoor het drietal nog jarenlang haar malafide praktijken kon voortzetten en veel geld van argeloze beleggers buit heeft kunnen maken.
Begin oktober 2015 eiste het Functioneel Parket gevangenisstraffen tot 4 jaar en werkstraffen tegen in totaal zeven verdachten in deze zaak. Uit het onderzoek was naar voren gekomen, dat niet voldoende onroerend goed werd aangekocht binnen de fondsen, waardoor de huuropbrengsten onvoldoende waren om de rentebetalingen aan de inleggers te dekken. Daarnaast werden er grote bedragen overgemaakt naar eigen rekeningen. De fondsen waren zodoende voortdurend in geldnood.
Om de liquiditeit tijdelijk op orde te krijgen werd daarom steeds een nieuw fonds opgericht, waarvan de inleggelden onmiddellijk werden aangewend om liquiditeitsproblemen in andere fondsen op te lossen. Wel schoven de hoofdverdachten andere directeuren naar voren bij de nieuwe fondsen, om argwaan bij beleggers te voorkomen. De controle door ‘onafhankelijke’ stichtingen die moesten toezien op de geldstromen in de fondsen bleek een wassen neus.
bron: De Telegraaf (Bart Mos, Esther Wemmers), NU.nl, de Volkskrant (Wil Thijssen), site OM
Het ACM en het OM dus mede verantwoordelijk voor het feit dat dit zo lang kon blijven doorgaan.
Dat dit na de melding van dhr. Dion Bartels in 2008 nog jaren heeft kunnen doorgaan is mede mogelijk gemaakt door de toezichthouder AMF en het OM.
Aangezien deze niet hebben adequaat hebben gereageerd zouden zij mede aansprakelijk moeten worden gesteld.